Daar waar bij ziekenhuisopnames de mogelijkheid om ereloonsupplementen te factureren afhangt van de kamerkeuze van de patiënt, is bij ambulante zorg de conventiestatus van de zorgverstrekker bepalend. Ereloonsupplementen zijn enkel mogelijk indien de arts niet geconventioneerd is.

De eerste studie maakte een analyse van de ereloonsupplementen bij ambulante MRI- en CT-scans. Dit zijn beeldvormingstechnieken met ‘zware’ apparatuur. Voor ongeveer een vijfde (21%) van de CT-scans en zelfs 44% van de MRI’s wordt een supplement aangerekend. Deze verhouding gaat van 0% in een meerderheid van de ziekenhuizen tot 100% in bepaalde ziekenhuizen. Er zijn belangrijke regionale verschillen. In 2021 werd in totaal 16 miljoen euro aan ereloonsupplementen aangerekend voor MRI-scans en 8,1 miljoen euro voor CT-scans.

De tweede studie maakte dezelfde analyse bij ambulante radiotherapie, PET-scans en scintigrafie. Dit zijn prestaties waar met name kankerpatiënten mee geconfronteerd worden. Bij 5% van de patiënten die in 2021 radiotherapie ondergingen, werden ereloonsupplementen aangerekend. Bij 451 van hen liepen deze op tot meer dan 1.000 euro. In totaal werd in 2021 bijna 2 miljoen euro aan ereloonsupplementen aangerekend voor ambulante radiotherapie, 0,3 miljoen euro voor scintigrafie en 50.000 euro voor PET-scans. Deze bedragen zijn geconcentreerd in een aantal ziekenhuizen.